Kunstontmoeting 11
Over-bruggen en verbindingen.
Regelmatig kom ik bruggen tegen. Soms fiets of loop ik er overheen en soms eronder door of erlangs. Bruggen zijn veelzijdig en dienen als spoorbaan, rijbaan, over een kanaal, viaduct of aquaduct. In Nederland hebben we veel mooie en interessante bruggen, zoals de Erasmusbrug in Rotterdam die zich als een zwaan boven het water verheft. Of de mooie oude bruggen over de Amsterdamse grachten waarvan ’s avonds de verlichting de doorgangen onder de bruggen als aureolen omstralen.
Bruggen verbinden land en overbruggen water en ravijnen en spelen daardoor een cruciale rol omdat ze afstanden verkorten. Tijdens oorlogen zijn bruggen vaak de eerste doelwitten van bombardementen omdat ze als aan- en afvoerwegen dienen.
Ook sommige kunstenaars lijken er door gefascineerd te zijn. In mijn vorige “Kunstontmoeting” noemde ik het ophaalbruggetje dat Vincent van Gogh schilderde tijdens zijn verblijf in de Provence. Monet bijvoorbeeld was gefascineerd door het Japanse houten bruggetje in zijn tuin en schilderde het meerdere malen op verschillende manieren.
Ooit stonden we, tijdens een fietsvakantie met onze kinderen, op een hoge brug in de Belgische Ardennen naar het voortrazende verkeer onder ons te kijken. Er klonk vrolijk getoeter en er werd enthousiast gezwaaid vanaf de weg onder ons. Daar bovenop de brug waren wij de enige mensen. Het contrast tussen de sereniteit van de Belgische Ardennen en de hectiek van het voortrazende verkeer onder ons hebben wij toen sterk ervaren. Hoe stil kan de dynamiek van de natuur zijn en hoe luidruchtig is de economische dynamiek!
Ten noordoosten van Toulouse ligt het viaduct van Millau. Het is de grootste voertuigenbrug in de wereld. De tuikabels aan de 7 pijlers lijken als vogels in de lucht te zweven, los van de aarde. Dit enorme bouwwerk staat in een dal en overbrugt de rivier de Tarn. Het is ontworpen door de Britse architect Norman Foster. Ik ben meerdere keren onder en langs de brug gefietst. Nooit eroverheen want helaas is de brug niet toegankelijk voor fietsers. Het is heel indrukwekkend om eronderdoor te fietsten, je voelt je heel klein.
De hoogste brugpijler is hoger dan de Eifeltoren. De constructie getuigt van een creatieve, heldere denkkracht. Om de bewegingen in de verschillende gebruikte materialen op te vangen hebben ze een eeuwenoude techniek, van gespleten houten palen voor kiellegging (middenvlak van schepen), toegepast in de betonnen pilaren van de brug.
Ten oosten van Millau ligt op de heuvels, bij de heilige bron van de god Nemausus, de stad Nimes. Net buiten Nimes staat, eveneens in een dal en over de rivier de Gardon, de Pont du Gard een Romeins aquaduct die rond het begin van onze jaartelling werd gebouwd.
De Romeinen waren in die tijd democratische heersers en er heerste grote welvaart. Daardoor breidde het aantal mensen dat zich, bij de Romeinse bezetter, aansloot snel uit. Zo ook de stad Nimes. Er werden tuinen, vijvers en badhuizen aangelegd waardoor het waterverbruik toenam.
De Romeinen besloten een 50 km lang en bijna 50 meter hoog aquaduct aan te leggen om de stad van genoeg water te kunnen voorzien. De Pont du Gard werd aangelegd nabij het huidige dorp Remoulins. Door zijn schoonheid en indrukkende bouw heeft UNESCO de Pont du Gard op de Werelderfgoedlijst geplaatst.
Het dorpje Remoulins wekt een ietwat desolate indruk. Er loopt een verkeersweg doorheen met daarlangs wat terrasjes. Even verderop staat echter een mooie camping langs de rivier de Gardon waar vandaan je met een kano of bootje zo naar de Pont du Gard kan peddelen en aan strandjes kan picknicken of zwemmen. De ingang is zo dichtbij dat we de fietsen laten staan en er naar toe lopen.
Het aquaduct staat in een vallei in een mooie natuurlijke omgeving. Er is een soort park omheen gemaakt met de daarbij onontkoombare eet- en drinkgelegenheden en winkeltjes, die door de toeristen druk bezocht worden. Er is echter ook een mooie overzichtstentoonstelling te bezoeken met veel info over de Pont du Gard.
Naast het aquaduct is in de 18e eeuw een brug gebouwd, zodat je van de ene kant naar de andere kant van de brug kan lopen. Als je hierover loopt krijg je een nog betere indruk van dit prachtige bouwwerk. De brug bestaat uit drie rijen bogen boven elkaar en is zonder specie gebouwd. De uitstekende stenen die je ziet brachten de Romeinen aan, om hun hijswerktuigen aan te bevestigden. Zo konden ze de burg, met bogen, als een soort blokkendoos opbouwen en trapsgewijs omhoog werken.
De zo kalm lijkende rivier de Gardon werd ten tijde van hoogwater, de “Gardonades” genoemd, en veranderde dan in een woeste rivier met overstromingen tot gevolg.
De Romeinen kenden de natuur en haar krachten als geen ander en hielden daar bij de bouw rekening mee, maar maakten er ook gebruik van. De vallei bood beschutting aan dit bouwwerk. Voor de stevigheid werden de pijlers in de ruwe rotsen gegraven. De stenen haalden ze uit de kalkgroeve van het huidige plaatsje Vers enkele kilometers verderop. Het water voor het aquaduct kwam uit de weer iets verder gelegen bron van Uzès ofwel La Fontaine d’Eure.
Bij Nimes werd het water opgevangen in het “castellum divisorium” ofwel waterkasteel van waaruit het gekanaliseerd werd voor verspreiding over de stad. De Pont du Gard kon tot 20.000 m³ water per dag vervoeren, een immense hoeveelheid in die tijd.
Evenals de bruggenbouwers van Millau, maakten de Romeinen gebruik van scheepsbouwtechnieken. Om de kracht van het water te doorklieven maakten ze, net als bij de voorsteven van een schip, spitse vormen aan de pijlers.
De 35 bogen van de geul van het eigenlijke aquaduct, noemen de Fransen vanwege de schoonheid “ajoursteek”. Met een gids mag je door deze watergeul lopen. Het geeft hetzelfde gevoel als op die hoge brug in de Belgische Ardennen. De geul was oorspronkelijk helemaal afgedekt met licht gebogen stenen platen, zodat het water schoon bleef en er geen regenwater op de afdekplaten bleef liggen. Om het waterdicht te maken had Plinius de Oude, ridder in het Romeinse leger en amateur-wetenschapper, een mengsel voor de plamuurlaag gemaakt. Het bestond o.a. uit gebluste kalk in wijn, varkensvet en vijgen en is op sommige plaatsen in het aquaduct nog terug te vinden.
Over de bouw van de brug bestaat er in de Provence een legende uit 1876 van Frederic Mistral. Op de steen van de derde boog vanaf de rechteroever staat op het tweede niveau de afdruk van een haas. Sommigen zeggen echter dat het de afbeelding van een fallus is, als teken van viriliteit. Je moet het echt weten waar het is anders valt het je niet op.
De legende over de haas gaat als volgt:
De oeverbewoners van de Gardon besloten een brug te bouwen maar de meester metselaar kon de klus niet klaren. Toen hij ten einde raad was kwam de duivel en bood hem aan de brug in één nacht te bouwen. De duivel eiste daarvoor terug dat de eerste persoon die over de brug zou gaan voor hem was. De metselaar stemde in, maar toen hij het zijn vrouw vertelde zei die dat hij in plaats van een mens een jonge haas over de brug moest sturen. Zo gebeurde het en toen de duivel ontdekte dat hij een haas in plaats van een mens kreeg, werd hij zo woedend dat hij het dier tegen de brug smeet. Omdat op dat moment de angelusklok klonk en de duivel duizend vloeken uitsprak verdween hij diep in de afgrond. Sindsdien zie je de afdruk van de haas in de brug.
In de bouw van de Pont du Gard komt tot uitdrukking hoe de Romeinen zich steeds meer losmaken van de godenwereld en steeds meer aardemens werden. Zij ontwikkelden het vermogen om water te verplaatsen en het vanuit de bron naar de mensen te brengen.
In tegenstelling tot het gangbare beeld dat mede door films tot stand is gebracht, waren de gevechten van mens tot mens en mens tot dier, gebaseerd op de vechtsport als een vorm van kunst waarin atleten zich konden scholen in speciaal daarvoor opgerichte scholen. Het was niet gericht op het doden van mens of dier. De wrede manier van vechten in de arena’s met mensen als prooi, ontstond pas toen het christendom zijn intrede deed.
De Romeinen waren goede denkers die oorspronkelijk vanuit een democratisch bewustzijn en met gevoel voor de mensen in de veroverde gebieden, een enorme ijver en werkkracht laten zien in dit gigantische bouwwerk.
Net als de Romeinen kunnen wij bruggen bouwen, innerlijke bruggen, waardoor we verbindingen leren zien en begrijpen van gebeurtenissen die in en om ons plaatsvinden. We kunnen onze eigen aquaducten aanleggen die een innerlijke stroom op gang brengen.
De beginjaren van het Romeinse Rijk kunnen als voorbeeld dienen hoe wij evenwicht kunnen brengen in ons menselijk denken, voelen en willen of, zoals het in het Vrije School leerplan wordt genoemd, “leren met het hoofd, hart en handen”. Een evenwicht hierin vinden is van belang voor ons welbevinden en creëert ruimte voor innerlijke vrijheid.
Alleen een mens heeft een IK die zich kan oprichten vanuit een helder denken, een zuiver voelen en innerlijke wilskracht. Het is een scholingsweg die we dagelijks kunnen oefenen zodat we ons als betrokken mens in deze wereld kunnen plaatsen.
Irene Tjio, kunstzinnig therapeut beeldend (BAT)