Kunstontmoeting 5
In deze kunstontmoeting neem ik u mee naar mijn geboorteland Indonesië. De plek die ik associeer met de kleur donkergroen. Als je kijkt naar het indigoblauw, die in sarongs wordt gebruikt en waar bij feestelijke gelegenheden een gouddraad door wordt geweven, dan zie je als het ware deze kleur groen, een mengkleur van blauw en geel. Deze kunstontmoeting gaat naar midden Java waar de stad Yogyakarta ligt. Het is een plaats waar de sultan nog in zijn kraton (= paleis) woont en op zondag de van oorsprong sacrale Javaanse dansen worden opgevoerd bij de klanken van het gamelan orkest. De kraton is ommuurd en bestaat uit verschillende gebouwen die over het grote terrein verspreid staan. De oude bedienden van de sultan, hebben er aanzien en dragen de kris van hun voorvaderen in de band van hun sarong. Hun ingetogen trots, stralen aristocratie uit en zij zitten daar rustig en waardig. Yogyakarta kent u waarschijnlijk van de Borobudur, de prachtige Boeddhistische tempel met mooie bas-reliëfs negen terrassen en bovenop de stoepa’s met Boeddhabeelden, die door Unesco op de Wereld-erfgoedlijst is geplaatst. Het is een van de meest indrukwekkende gebouwen die ik ooit heb gezien en staat naast de actieve vulkaan Gunung Merapi (gunung=berg / api=vuur / me=actie) die op dat moment aswolken uitstootte (okt. 2010). Ik wil u echter niet over de Borobudur vertellen maar over de Prambanan en de Ramayana.
Dichter bij Yogyakarta ligt nl. het grootste Hindoe-Javaanse tempelcomplex de Prambanan waarvan vooral de drie belangrijkste tempels op het grote terrein opvallen. Het complex is in de 9e eeuw gebouwd door de Hindoeïstische Mataramdynastie als symbool voor de overwinning op de Boeddhistische Shailendra’s. Het vormt door de kleine hoogteverschillen een soort getrapte piramide. Ook dit tempelcomplex heeft prachtige bas-reliëfs en is geplaatst op de Wereld-erfgoedlijst van Unesco. De grote tempel is gewijd aan de god Shiva, de kleinere tempels ten zuiden en noorden hiervan zijn gewijd aan de goden Brahma en Vishnu. Er tegenover staan drie kleinere naar het oosten gerichte tempels voor de drie rijdieren van de drie goden. De stier Nandi voor Shiva, de wilde gans Hamsa voor Brahma en de zonnevogel Garuda voor Vishnu. Alleen de stier Nandi heb ik met moeite bij het licht van een zaklantaarn in zijn tempel kunnen ontwaren. Oorspronkelijk bestond het complex uit 232 gebouwen die zonder metselspecie zijn gebouwd. De gids die mij rondleidde vertelde dat de reconstructie bijna klaar was toen er in 2006 opnieuw een aardbeving plaats vond en de stenen tempels weer omvielen. Door hun gewicht waren de stenen diep in de grond gezakt. Ik vroeg de gids wat ze toen hebben gedaan. Hij zei: “we zijn weer opnieuw begonnen”. Dit tempelcomplex, waar nog steeds aan gebouwd en hersteld wordt, heb ik bij een prachtige zonsondergang bezocht om daarna ’s avonds de balletvoorstelling Ramayana bij te wonen. De Indiaas hindoeïstische heldensage over de strijd tussen goed en kwaad wordt in dit ballet uitgebeeld. De drie tempels worden verlicht en dienen als natuurlijk decor. Liefde, jaloezie, intriges en misleidingen tussen de goden en demonen zijn het thema van dit heldenepos. Er is moed nodig om met behulp van de wijze witte aap Hanuman en het kleurige apenleger het kwaad te overwinnen.
Eerder heeft deze voorstelling een diepe indruk op mij gemaakt en daarom wilde ik weer naar deze bijzondere balletvoorstelling en deze mooie plek. Het was nog mooier dan in mijn herinnering met de klanken van het gamelanorkest en de wonderschone nasale zang van een solozanger en zangeres. De dansers in hun prachtige kostuums hebben de gespierde elegantie die balletdansers hebben. Kinderen dansen in hun apenkostuum mee in het apenleger. Zij dansen vol overgave en het is ontroerend te zien hoe ze de bewegingen van de volwassen dansers volgen. Het herinnert mij aan mijn jongste zoon die op de Vrije school het Babylonische heldenepos Gilgamesj opvoerde en samen met zijn juffie zong met de stem van een negenjarige. De Ramayana was voor mij opnieuw een magische belevenis wat spectaculair werd afgesloten met het reinigende vuur.
Mijn reis is tot aan de Banda eilanden (Molukken) gegaan en heeft mij vooral opnieuw leren zien en ervaren hoeveel veerkracht en levensmoed de mensen in dit werelddeel hebben. Op het eiland Bandaneira logeerde ik tegenover de vulkaan Gunung Api (Vuurberg) die nog steeds rookt en in 1988 tot uitbarsting is gekomen. De vulkaan heeft twee gezichten, het goede en het kwade. Aan de voorkant dat prachtige groen waar ik zo van houd en aan de andere zijde is hij zwart geblakerd en zie je hoe verwoestend de uitbarsting tot in de zee geweest moet zijn. Tot verbazing van de bevolking heeft het kleurrijke koraal zich op een onvoorstelbaar snelle manier hersteld. Dezelfde mooie kleuren van deze paradijselijke specerijen eilanden zie je terug in het koraal van de Banda zee. Voortdurend wordt Indonesië geconfronteerd met natuurkrachten en etnisch geweld. Hieraan denkend hoor ik de gids bij de Prambanan tempel zeggen: “we zijn weer opnieuw begonnen:”. Op het moment dat het vliegtuig uit Jakarta opsteeg voor mijn terugreis, was het noodweer. De volgende dag is de Gunung Merapie tot uitbarsting gekomen en heeft naast het menselijk leed, de Borobudur bedekt met vulkaanas.
Irene Tjio, kunstzinnig therapeut beeldend (BAT)